top of page
  • Foto van schrijverHans de Vries

Hoe zien de komende jaren er uit qua overheidsbeleid?

Kan de sector recreatie & toerisme haar eigen toekomst mee helpen vormgeven? Wat willen we als sector dat er gebeurt? Help mee de toekomst vorm te geven.


Versnippering


Laat ik beginnen met te stellen dat de leisure-branche erg onsamenhangend en ongeorganiseerd overkomt. Anders dan bij LTO (de boeren) of Koninklijke Horeca Nederland (de horeca) bestaat de vrije tijdssector uit honderden overkoepelende stichtingen, verenigingen en organisaties. Het als één sterke sector optreden wordt daardoor bemoeilijkt.


Het begint al met het definiëren van wat onder recreatie wordt verstaan. Is dat toerisme & recreatie? Dus alle dag- en verblijfsrecreatie en al het uitgaande, binnenkomende en binnenlands toerisme? En waar hoort sport en wellness thuis? Dat is toch ook recreatie?


Wat is dan de toeristische sector? Door het NBTC en CBS wordt hiertoe meestal ook de gehele horeca-sector gerekend. Dat maakt het moeilijk als KHN voor hun leden opkomt en daarbij hotels t/m snackbars op één hoop gooit.


En is HISWA-RECRON niet meer een belangenbehartiger (voor de aangesloten leden) en minder een werkgeversorganisatie waar alle natte en droge recreatie zich kan aansluiten?


En wat is Gastvrij Nederland? Blijkbaar is dat sinds 2010 de nieuwe naam van het Platform Toerisme. De leden van Gastvrij Nederland zijn ANVR, Club van Elf, FEC-Nederland, HISWA-RECRON, Koninklijke Horeca Nederland, Koninklijk Nederlands Vervoer, Schiphol Group, Vereniging van Kleine Reisorganisaties VvKR, Vereniging van Schouwburg- en Concertgebouw-directies, Vereniging van Evenementenmakers, VVV Nederland, NBTC Holland Marketing, ANWB en CLC-Vecta (nb wat is dat nu weer? Blijkbaar de branchevereniging voor bedrijven en professionals betrokken bij het organiseren, accommoderen en faciliteren van beurzen, congressen, vergaderingen, evenementen & incentives en entertainment…terwijl er ook al een Vereniging van Evenementenmakers is..).


Zucht begrijp jij het nog?


Recreatie krachten bundelen


Volgens mij zou het helpen als we, in plaats van het stapelen van weer nieuwe zogenaamde platforms van in Nederland bij recreatie & toerisme betrokken organisaties, kijken naar nieuwe impulsen.


Halverwege 2017 is weer een koepel van 6 organisaties opgericht, om ‘tot kansrijke, toekomstbestendige en duurzame innovaties te komen’. Het gaat daarbij om ANVR, Gastvrij Nederland, NBTC, MVO Netwerk Toerisme. RECRON en VvKR.


Heb je ooit van MVO Netwerk Toerisme gehoord? Onder meer TUI Benelux, Riksja Travel, Landal GreenParks en Footprint Travel zijn al lid van het Netwerk Toerisme lees ik op hun site. Maar die zijn toch ook al lid van ANVR? En wat is de VvKR? De vereniging van kleinschalige reisorganisaties weet ik inmiddels. Een soort boerencampings zeg maar, blijkbaar te klein om zich bij ANVR aan te kunnen of willen sluiten.


Waarom zien we eerder noodzaak tot het oprichten van weer een eigen clubje? Is dat typisch Nederlands? Het Calimero-gevoel gekoppeld aan onze 100+ politieke partijen? Dat leidt toch nooit tot voldoende slagkracht?


En vooral wat is er sinds 2017 aan innovaties uit deze koepel gekomen? Ik weet het niet. Ik ben bang dat het weer een praatclub is.


Wat is nodig?


Als ik al niet begrijp welke organisatie ons vertegenwoordigd, en ik werk al mijn hele leven in recreatie & toerisme, hoe moeten bestuurders in Den Haag, bij de provincies en gemeenten dan gaan begrijpen bij wie ze moeten zijn als het gaat om recreatie in Nederland?


Hoe moeten wij dan de mening van de branche gaan verkondigen? Op welke manier worden de gemeenschappelijke belangen verdedigd? Hoe moeten we nu als één vertegenwoordiging meepraten over de toekomst van ons land?


Als het gaat over de toekomstige inrichting van ons land, wie praten dan mee? Als het gaat om wetgeving, budgetten, beleidskeuzes, wie bundelt dan de meningen en krachten?


Misschien..


Misschien moeten we een totaal nieuwe opzet overwegen, een ‘Recreatie NL’ waarin kennisbundeling gekoppeld wordt aan toekomstvisies. En dat we die paraplu-organisatie verantwoordelijk maken om met alle grotere vertegenwoordigingen van werkgevers, werknemers en private leden om de tafel te gaan zitten.


Wat willen we?


De belangenbehartiging van één bepaalde groep ondernemers of consumenten uit de recreatie is toch per definitie gericht op de toekomst? Waarom proberen we dan niet te komen tot een club die zich vooral met de grote lijnen voor de toekomst bezighoudt? En zich vooral richt op wat we gemeenschappelijk hebben?


Want wat ik als grootste uitdaging voor de recreatie (en het binnenlands toerisme) zie, is het zorgdragen van voldoende (kwalitatief hoogwaardige) ruimte voor recreatieve activiteiten. En dan bedoel ik voor de dag- en verblijfsrecreatie: voor activiteiten, logeren, eten en drinken buiten de deur.


Tegelijkertijd weet ik ook dat een groot deel van de dagrecreatie nabij in of nabij onze woonomgeving plaatsvindt. En dat daar juist de grootste strijd om de ruimte gaande is. En dat we in onze toekomstvisies dus vooral ook de integraliteit moeten zoeken, met wat het Rijk inmiddels ‘gezond, veilig en duurzaam leven’ noemt.


Dat betekent dat we mee moeten willen praten over de inrichting van steden, dorpen, natuurgebieden, weg- en waterwegen, agrarische en recreatieve ruimten. En dan niet vanuit ‘behouden wat we hebben’ maar vooral vanuit de gedachte hoe we willen leven in 2050.


Omgevingswet


Een veelbelovend hulpmiddel daarbij lijken de nieuwe Omgevingswet, de Nationale Omgevingsvisie en de lokale en regionale Omgevingsvisies te zijn. Helaas zie ik tot nu toe nog weinig goede voorbeelden van het denken en handelen zoals het in de Omgevingswet wordt bedoeld.


Maar Keulen en Aken zijn ook niet op één dag gebouwd. Laten we dus vooral niet in paniek raken en vooral willen nadenken over onze toekomst.


In die toekomst is wat mij betreft een aanzienlijk deel van de ruimte in Nederland noodzakelijk voor (vormen van) recreatie. Dat daarbij recreatie de komende dertig jaar gaat groeien van 2,54% van de totale 4,15 miljoen hectare grond in Nederland naar 10% in 2050, zou mij niet verbazen.


Hopelijk zijn we in staat om ons zodanig te organiseren dat we als een vaste en sterke partner meedenken en -praten over de toekomst van Nederland, onze provinciën en onze gemeenten. Het kunnen begint met het te willen.


Een aanrader over het anders denken over recreatie & toerisme en over de raakvlakken met natuur en landschap, wonen en werken, vind ik de video (25 juni 2020) waarin de Provinciaal Adviseur Ruimtelijke Kwaliteit uitlegt hoe hij voedsel, biodiversiteit en recreatie & toerisme ziet samengaan:



74 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page